Mogelijke problemen en hulpverlening

Als de bijzondere ontwikkeling niet leuk is
Problemen in persoonsontwikkeling hebben vaak blijvende gevolgen. Onderzoek heeft uitgewezen dat hoogbegaafden niet minder sociaal vaardig zijn (Wijnekes 2001), of ongelukkiger (Deslisle 2002). Wel lopen zij eerder risico sociale problemen te ontwikkelen (Webb 1999). Hoogbegaafde kinderen hebben daarom recht op gerichte aandacht. Niet alleen van de ouders en onderwijsprofessionals maar ook bij hulpverleners.
Bekende aandachtspunten bij hoogbegaafdheid zijn: het verwerken (relativeren) van indrukken, het leren maken van contact, het durven nemen van acceptabele risico’s en het automatiseren van vaardigheden. Misdiagnoses als ADHD, ADD en autisme komen nogal eens voor. lnmiddels is het duidelijk dat vooral de ontwikkeling van mind-zet en zelfbeeld van groot belang is voor deze doelgroep. Door te spiegelen met leeftijdgenoten om hen heen en te proberen zich daaraan te passen, verliezen veel hoogbegaafde kinderen hun gevoel voor eigenwaarde. Dan komen de kinderen met een flink probleem terecht bij therapeuten en een sociale vaardigheidstraining. Eerder ingrijpen vraagt (h)erkenning, vergroting van kennis en inzet. Bij het ontwikkelen van een positief zelfbeeld , een goede mind-set en extra oefenen van executieve functies is deskundige hulp gewenst. Pas dan kunnen passende uitdagingen worden aangegaan waardoor geleerd wordt grenzen op te zoeken en te doorbreken!

Advies voor een perfectionistische moeder van een hoogbegaafd kind?  ‘Stop zelf met voorkomen van fouten, laat het kind ervaren dat fouten maken mag!’

Men ontdekt nogal eens pas als volwassene dat hoogbegaafdheid speelt, als je tegen problemen aan loopt. De bijzondere ontwikkeling is dan niet zomaar bij te sturen, oplossingen liggen in accepteren en er mee om leren gaan. Zonder kennis van zaken doen hulpverleners vaker kwaad dan goed, om te kunnen helpen is afstemmen op de hoogbegaafdheid essentieel!

Meer over de motorische ontwikkeling van kinderen.

Door hun hoge tempo vallen deze kinderen flink buiten het schema van de ontwikkelingspsychologie. Ook verloopt, vooral door de overheersing van het bewustzijn, de ontwikkeling echt anders. Al heel vroeg ontgaat hen weinig en worden veel indrukken opgedaan. Eerder dan normaal worden handelingen niet meer gestuurd door het simpele plezier dat er aan wordt beleefd. Zònder doelen te stellen, is er alle kans voor positieve ervaringen. Deze kleintjes stellen zich een doel en slagen daar soms in, maar vaak ook niet en doen zo minder succeservaringen op. Als het doel wel gehaald wordt, stoppen daarmee de pogingen. Er wordt niet herhaald, waardoor er minder geoefend wordt. Daarnaast worden de handelingen weinig geautomatiseerd. Je kunt vanuit je bewustzijn maar een handeling aansturen, geautomatiseerde handelingen doe je tegelijkertijd.
Begrijpelijk dat dit effect kan hebben op de motorische ontwikkeling en het uiteindelijke gedrag. Kinderen lijken onhandiger, moeten hun aandacht bij het bewegen houden, stoten zich sneller, eten niet door als er tegen hen gepraat wordt. Het snelle verstand maakt dat er weinig strategieën hoeven worden ingezet; er wordt zelden iets verwacht wat ze niet direct kunnen overzien. Hierdoor wordt het lange termijn geheugen ook weinig getraind; iets dat later kan opbreken!

Sociaal-emotionele ontwikkeling

De gevolgen voor de sociaal-emotíonele ontwikkeling zijn wellicht nog belangrijker. Na de ontdekking van reacties op oogcontact, is het normaal dat het kind oogcontact uitprobeert op iedereen die in zijn gezichtsveld komt. Hierdoor wordt oogcontact en glimlachen geautomatiseerd. Zomaar een voorbeeld van een vanzelfsprekende reflex. Bij kinderen met een grote ontwikkelingsvoorsprong is dit echter helemaal niet zo vanzelfsprekend. En hoe anders komt je gedrag over, als je niet automatisch oogcontact maakt?  
Deze kinderen vallen op een gegeven moment wel op, maar nog is niet precies te zeggen wat er speelt. Men denkt soms aan een vertraagde sociaalemotionele ontwikkeling, maar door langer oefenen in de kleutergroep verander je dit gedrag juist niet! Ze lopen eerder voor in begrijpen, aanvoelen en verwachtingen in relaties. Helemaal veranderen kun je hen niet. Maar hoe jonger ouders en begeleiders aan hun behoeften tegemoet komen, hoe meer effect.

Aan de slag met ouders en kinderen

Hoe help je je kind met sociale contacten, de vele indrukken te verwerken of haalbare doelen stellen? Dat zijn vragen waar ouders van hoogbegaafde kinderen mee worstelen en waar jeugdzorg en andere hulpverleners hen bij zouden kunnen helpen. Stuur ze niet in de verkeerde richting of met lege handen weg. Wie helpt mogelijkheden vertalen in concrete handvatten, waar ouders wel mee aan de slag kunnen? Gespecialiseerde therapeuten zijn er wel, maar moeilijk te vinden (o.a. ECHAnetwerk). Betere informatie en verwijzing is nodig. Daarmee zouden deze kinderen al jong geholpen zijn en kunnen latere problemen wellicht voorkomen worden!

Hoe ziet (in de toekomst) betere begeleiding en hulp aan jonge ouders door jeugdzorg / hulpverleners er uit?

Er zijn er meer tips te noemen, maar belangrijker is de houding, waarmee ouders met vragen door een organisatie worden opgevangen. Neem ouders serieus in hun hulpvraag. Zorg als organisatie dat men weet wat er speelt en alert is op ontwikkelingsvoorsprong en de gevolgen. Wijs hoogbegaafde jongeren met problemen op de kansen, geef hen handvatten om het anders te doen, actief op te pakken.
Realiseer je, dat wellicht onder hoogbegaafde ouders een aantal eigen aspecten ook mee spelen. Denk aan de mogelijkheid van perfectionisme, verkeerd zelfbeeld, weinig effectieve vaardigheden zoals hulpvraag, moeilijk contact leggen! Wees daar op bedacht en pas de begeleiding zo nodig aan.

Wat kan ‘hoogbegaafd en nu’ voor jeugdzorg, adviseurs en therapeuten betekenen?
Deze website geeft wat informatie en een globaal idee in welke richting oplossingen liggen. In presentaties en workshops valt meer te vertellen, aanreiken of doorverwijzen.